Sociale omgangsvormen en een analyserend brein

Autisme en sociale omgangsvormen, dat gaat niet altijd goed samen. Door de jaren heen leren veel autisten zichzelf trucjes aan. Wordt het dan makkelijker, en kun je die trucjes zowel zakelijk als privé toepassen? Ik leg het je graag uit in dit blog.

‘Kijk mensen aan als je tegen ze praat’

Vanaf jonge leeftijd werd mij al geleerd dat je mensen aan moet kijken als je met ze praat. Dat voelde voor mij erg ongemakkelijk, omdat ik moeite heb met het herkennen van emoties. Iedere blik leverde voor mij heel veel vragen op. En die onzekerheid is door de jaren heen niet minder geworden. Stel je het volgende eens voor:

Ik ben in gesprek met iemand, maar ik heb het gevoel dat diegene er niet echt bij is met zijn hoofd. De volgende vragen schieten dan door mijn hoofd:

  • Vind hij het gesprek saai?
  • Is hij moe?
  • Gaat het wel goed met hem?
  • Heb ik iets verkeerd gezegd?

Zelfs ná het gesprek laten die vragen me niet los, ik kan er nog dagen mee bezig zijn. En als ik diegene daarna weer spreek, malen die gedachten weer door mijn hoofd. Een vicieuze cirkel.

Te druk met analyseren

Mijn brein is dus altijd bezig met analyseren en dat zorgt nog wel eens voor vervelende situaties. Dan vertelt iemand mij iets belangrijks, bijvoorbeeld over een zieke oma of een lastige situatie op het werk, wat ik niet oppik. Ik ben altijd bang om belangrijke dingen te missen, omdat ik te druk bezig was met analyseren. Het voelt zo stom om ergens naar te vragen, terwijl diegene het daar kort daarvoor nog over heeft gehad.

Herhalen en samenvatten

Nu ik weet dat dat een valkuil is voor mij, kan ik er wat aan doen. Ik heb mijzelf aangeleerd om informatie samen te vatten en te herhalen tijdens een gesprek. Op die manier geef ik mijn brein een seintje dat die informatie belangrijk is en krijgt externe ‘ruis’ minder kans.

Wie schrijft die blijft

Als ik met klanten in gesprek ga, is het nóg belangrijker dat ik de hoofdzaken van de bijzaken weet te scheiden én ze kan onthouden. Daarom heb ik mezelf aangeleerd te werken met kernwoorden. Ik schrijf tijdens het gesprek korte zinnen en kernwoorden op, die de belangrijkste zaken samenvatten. Door tijdens het gesprek mee te schrijven, blijf ik scherp. Naderhand schrijf ik mijn aantekeningen verder uit. Dat is niet alleen voor mijzelf handig, omdat ik het dan goed onthoud, maar ook voor mijn collega’s.

Ondanks mijn trucjes ‘vergeet’ ik toch nog wel eens iets. Gelukkig weten de mensen die mij goed kennen, dat dat geen onwil is. En iedereen heeft wel eens een dag waarbij dingen het ene oor in en het andere oor uit gaan, toch?